Dagelijks schrijft onze redactie 250 nieuwsberichten. Leestekens zorgen voor de leesbaarheid van deze berichten. Van punten tot komma’s en van aanhalingstekens tot streepjes. Maar hoe zat het ook alweer met al die interpunctieregels? We zetten de belangrijkste leestekens en de uitleg daarvan voor je op een rij.
De komma ,
De komma is een van de leestekens waar nog weleens onduidelijk over is. Logisch, want echte concrete regels voor het gebruik van de komma zijn er niet. De komma zorgt voor structuur in een zin, de komma geeft een pauze aan en de komma zorgt voor verduidelijking. Om toch wat duidelijkheid te scheppen over het gebruik van de komma, een aantal voorbeelden waarbij een komma eigenlijk altijd gewenst is:
- Tussen twee persoonsvormen. Voorbeeld: Toen mijn collega weer tot zichzelf was gekomen, kon de vergadering verder gaan.
- Bij een opsomming. Voorbeeld: Een journalist schrijft, interviewt en leest op een werkdag.
- Voor voegwoorden als omdat, hoewel, zodat, aangezien en terwijl. Voorbeeld: Ik neem vandaag een paraplu mee naar werk, omdat er slecht weer is voorspeld.
- Na een aanhef. Voorbeeld: Beste mevrouw Visser, OF Lieve oma,
Ook handig om te weten, in deze gevallen gebruik geen komma:
- Vóór het voegwoord dat. Reden? Je leest geen pauze. Voorbeeld: Ik hoop dat mijn tennisles niet wordt afgezegd.
- Bij (sommige) korte zinnen. In deze gevallen is een komma overbodig. Voorbeeld: Hij wilde slapen omdat hij moe was.
Dubbele en enkele aanhalingstekens " '
Aanhalingstekens zijn de leestekens die worden gebruikt wanneer je iemand letterlijk citeert. Dit kan een hele zin zijn, maar het kunnen ook een aantal woorden uit een quote zijn. Twee voorbeelden:
- “In het tweede kwartaal van dit jaar lag de journalistieke focus van het ANP op de veranderende politieke en maatschappelijke omstandigheden”, aldus ANP-hoofdredacteur Freek Staps in de journalistieke kwartaalupdate.
- De directeur vond de ophef “nogal overdreven”.
Naast de dubbele aanhalingstekens, heb je ook nog de enkele aanhalingstekens. Deze worden gebruikt om een bepaald woord of uitdrukking extra aandacht te geven, omdat het afwijkt van de rest van de tekst. Een aantal voorbeelden waarbij je deze aanhalingstekens gebruikt:
- Om de titel te markeren. Voorbeelden: De populairste rubriek van het ANP is ‘binnenlands nieuws’. Het nummer ‘Arcade’ van Duncan Laurence staat op nummer 1.
- Bij een citaat binnen een citaat. Voorbeeld: Jan zei: “Ik vroeg aan Marijke hoe laat het was, waarop ze zei: ‘Ik heb geen horloge’ en verder ging met werken.”
- Bij ironisch taalgebruik. Voorbeeld: Dat was echt een ‘geslaagde’ grap.
- En bij zelfbedachte woorden. Voorbeeld: Nederland is flink ‘vervinext’.
Extra tips:
- Citeer je iemand, plaats dan het leesteken altijd na het sluitingsteken. Je schrijft dus: “citaat”, zei naam van de persoon.
- Bij gedachtes gebruik je geen aanhalingstekens. Een voorbeeld: Anne dacht: misschien heb ik het gebruik van leestekens eindelijk onder de knie.
Dubbele punt :
Een makkelijker leesteken is de dubbele punt. Deze gebruik je in drie gevallen: bij een opsomming, voorafgaand aan een citaat en bij een aankondiging of uitleg. Van alle drie de varianten vind je hieronder een voorbeeld:
- In de ANP-app vind je het nieuws in deze rubrieken: binnenland, buitenland, financieel, klimaat, wetenschap en techniek. (opsomming)
- De journalist vroeg aan de minister: “Zou je deze zaken voor mij kunnen verduidelijken met een voorbeeld?” (citaat)
- We kunnen twee dingen doen: verder gaan met het uitwerken van het artikel of het stuk even laten liggen en er morgen met een frisse blik naar kijken. (uitleg)
Streepjes - –
Ook de streepjes komen in twee varianten. Het langere streepje wordt het gedachtestreepje of aandachtsstreepje genoemd. Dit streepje zit niet standaard op je toetsenbord, maar maak je met de toetsencombinatie ctrl/option+minteken. Het gedachtestreepje wordt gebruikt bij een onderbreking van de gedachtegang, bij het aangeven van een inhoudelijke, verrassende wending en bij het leggen van extra nadruk op een deel van de zin. Het gedachtestreepje wordt met spaties gescheiden van woorden ervoor en erna. Twee voorbeelden:
- Ik loop graag hard – behalve als het regent natuurlijk.
- Nagenoeg elke Nederlandse nieuwsredactie – van dagblad tot talkshow, van nieuwssite tot radiobulletin – maakt gebruik van het ANP.
Het gedachtestreepje kun je in veel gevallen ook vervangen voor haakjes of komma’s. Wil je iets belangrijks benadrukken, gebruik dan zeker het streepje.
Het andere streepje is het korte streepje. Deze wordt gebruikt voor leesbaarheid. Een aantal gevallen waar je het korte streepje gebruikt:
- Bij samenstellingen met letters, afkortingen en cijfers. Het streepje wordt hierbij ook wel het koppelteken genoemd. Voorbeeld: tbc-patient, 83-jarige man.
- Bij weglatingen, om aan te geven dat een deel van het woord is weggelaten. Let op: wanneer je geen woorddeel maar een heel woord weglaat gebruik je geen streepje. Voorbeeld: voor- en nadelen, binnen- en buitenband.
- Tussen meer dan twee woorden die samen één woord vormen. Voorbeeld: kant-en-klaarmaaltijd, op-en-top.
- Bij woorden met voorvoegsel adjunct, chef, collega, meester, oud. Voorbeeld: ex-collega, oud-burgemeester.
Puntkomma ;
Naast de komma, hebben we ook nog de de puntkomma. Dit leesteken gebruik je tussen twee zinnen in. Met een puntkomma maak je duidelijk dat de zin iets te maken heeft met de zin die daarna komt. De puntkomma hangt tussen de komma en de punt in. Een aantal voorbeelden:
- Wanneer twee zinnen in nauwe samenhang moeten worden gelezen. Voorbeeld: Beginnen jullie maar met de vergadering; door het drukke verkeer ben ik wat later.
- Bij een opsomming die bestaat uit langere zinnen. Voorbeeld:
Wat we zoeken:
- Minstens een jaar werkervaring op een nieuwsredactie;
- Een ambitieuze redacteur die wil bijdragen aan onze nieuwsvoorziening;
- Werken in de vroege ochtend, laat op de avond en in het weekend is geen probleem.
Let op: het laatste punt van je opsomming eindig je wel met een punt.
Meer taaltips?
Dank voor je inschrijving op de algemene nieuwsbrief van het ANP. Veel leesplezier!