Elke keer als antropologen en historici bestuderen hoe afgelegen gemeenschappen onderling communiceren, zo beschrijft het standaardwerk The elements of journalism, valt dit in het bijzonder op: al deze groepen mensen hebben eenzelfde idee over wat nieuws is. Over wat opvalt, waarover het waard is om te praten, welke feiten ze willen uitwisselen, welke kennis de moeite van het doorvertellen waard is.
Soms kunnen de meest traditionele beschavingen, gemeenschappen ver weg van onze communicatiemaatschappij, groepen diep in een oerwoud of op een eiland ver hier vandaan, ons juist het meeste leren over wat we de hele dag op de automatische piloot doen. En deze groepen zijn het zelfs eens - zonder dat ze dat van elkaar weten - over de eigenschappen waaraan degene moet voldoen die dat nieuws levert. Hij of zij moet hard kunnen hollen, behendig van de ene plek naar de andere komen, en een beetje kunnen klimmen helpt ook, maar moet vooral betrouwbaar zijn. Accuraat. Feitelijk correcte informatie leveren, telkens weer en zo vaak mogelijk. Voor een persbureau zijn dezelfde waarden belangrijk, al vinden wij nieuws van een paar minuten geleden alweer oud nieuws.
"Waarom legt de journalist het ene nieuwtje simpelweg af en slaat de redactie bij iets anders aan van opwinding?"
"Waarom legt de journalist het ene nieuwtje simpelweg af en slaat de redactie bij iets anders aan van opwinding?"
— Freek Staps
Maar wat is dat nou eigenlijk, nieuws? Wanneer heeft iets nieuwswaarde? Waarom legt de journalist het ene nieuwtje simpelweg af (jargon voor in de digitale prullenbak gooien) en slaat de redactie bij iets anders aan van opwinding? Het antwoord op die vragen is niet absoluut. Veel hangt af van omstandigheden, van humeuren en zelfs van het weer (let maar op: als het begint te vriezen zijn uitlatingen van het Elfstedencomité al snel nieuws).
Onderstaand een paar handige vragen die kunnen helpen. Door deze te beantwoorden kunnen een organisatie, een bedrijf, een politieke partij of gewoon een groep bezorgde burgers makkelijk in het nieuws komen, of zelfs nieuws worden. En dat het feitelijk correct moet zijn, dat het moet kloppen en verifieerbaar is, daar gaan we dan vanzelfsprekend vanuit.
Is het nieuw?
Als het niet nieuw is, is het geen nieuws. Dat betekent dat iets recent is gebeurd of op het punt staat te gebeuren. Een advocatenkantoor dat vorige maand een nieuwe topvrouw kreeg: geen nieuws. Vervang ‘vorige maand’ door ‘vijf minuten geleden’ en het antwoord is mogelijk anders.
Is het ongebruikelijk?
Wees eerlijk over je nieuws: komt het vaker voor of is het uitzonderlijk? De Tweede Kamer kent een eindeloze stroom van vertrekkende en beginnende politici. Daar is niets ongebruikelijk aan. Wanneer een 23-jarige echter in de Tweede Kamer komt, dan is dat ongebruikelijk en een bericht waard. Vraag maar aan PvdA’er Sharon Dijksma, want over haar ging het. Of aan Camiel Eurlings (hij was 25).
Een ander voorbeeld: menig politicus wordt bewaakt. Toen dat voor het eerst gebeurde, was het nieuws. Inmiddels niet meer. Maar als een politicus zijn eigen bewaking als betaling seks laat hebben met zijn vrouw, dan is het zeker nieuws. Dat laatste betreft dan weer PVV-Kamerlid Dion Graus. Dat nieuws bediscussieerbaar is, blijkt wel uit wat Graus er zelf van vond. Dit was geen nieuws, maar waren ‘volstrekte privézaken'.
Dat geldt op een heel ander niveau ook over iets dat je vanuit je organisatie misschien nieuwswaardig vindt en ook best belangrijk voor je is (een nieuwe website! een nieuw bedrijfspand aan de snelweg! een fantastische nieuwe collega!) maar op talloze plekken in Nederland eindeloos vaak gebeurt. Dat is dus geen nieuws. Maar wel gefeliciteerd natuurlijk.
Is het interessant en relevant voor veel mensen?
Doelgroepdenken dan. Wat nieuws voor een groep paardenfokkers kan zijn (een virus dat rondwaart door de hippische wereld), hoeft dat voor anderen niet te zijn. Denk dus na voor wie je denkt nieuws te hebben. De meest eenvoudige manier om dat te doen is je af te vragen wiens leven geraakt of beïnvloed wordt door jouw nieuws. Het coronavirus raakt iedereen, dus dat is landelijk nieuws. Een verkiezingscampagne net zo.
Een digitale inbraak waarbij honderdduizenden bankgegevens op straat komen te liggen, heeft misschien geen directe impact op het leven van rekeninghouders van andere banken, maar het kan hen wel aan het denken zetten. Het kan ze angst inboezemen over hun eigen digitale veiligheid. Ook dat is dus landelijk nieuws. Een inbraak bij de bakker raakt dan weer minder mensen, hoe naar dat ook is voor zowel de bakker, de ondernemers verderop in het winkelcentrum en misschien ook voor de vaste klanten die vers brood nodig hebben. Prima lokaal nieuws dus.
Is het concreet en begrijpelijk?
Abstract nieuws is moeilijk nieuws. Brede vergezichten van een expert die voorspelt dat ‘we over vijftig jaar als samenleving minder dichtbij elkaar staan’, is lastig in een nieuwsbericht te vatten. Als de expert evenwel hard kan maken dat hij denkt dat buren elkaar niet meer zullen groeten en we elkaar nooit meer de hand zullen schudden, dan kan dat nieuwswaardig zijn.
Wat misschien helpt is na te denken in welke categorie het nieuws, jouw nieuws, valt:
- Feiten
- Kwesties
- Thema's
Een overstroming is een feit, de zeespiegelstijging is een kwestie en klimaatverandering is een thema. Feiten zijn concreet en voor velen begrijpelijk, thema's staan gevoelsmatig verder van ons af en zijn dus minder nieuwswaardig.
"De kracht zit ook in de herhaling. Hoe meer ze opgevoerd worden als expert, hoe meer hun expertise op waarde wordt geschat. Unfair? Zeker."
"De kracht zit ook in de herhaling. Hoe meer ze opgevoerd worden als expert, hoe meer hun expertise op waarde wordt geschat. Unfair? Zeker."
— Freek Staps
Is het nabij en gaat het over mensen?
In het verlengde hiervan: zijn er mensen bij betrokken, Nederlanders misschien zelfs? En hoeveel? Een bus die in een ravijn in de Alpen stort, is erg onfortuinlijk. Als die bus ook nog een dertig inzittenden had, is het al tragisch. Wanneer die mensen Nederlanders zijn, noemen we het een ramp. En als die dertig slachtoffers ook nog eens tieners uit Almelo op schoolkamp zijn - gelukkig een verzonnen voorbeeld - dan hebben we het daar over twintig jaar nog over. Zo groot is het nieuws dan.
Journalisten houden daar soms een cynische vuistregel bij aan: nieuws is het aantal slachtoffers gedeeld door het aantal kilometers vanaf Nederland. Meer slachtoffers? Dichterbij? Meer nieuwswaarde.
Herhaling van expertise
Jaap van Dissel, Ernst Kuipers, Marion Koopmans. Aan het begin van 2020 kende slechts een beperkte groep wetenschappers en medici deze mensen. Door de coronacrisis zijn ze bekende Nederlanders geworden en wat zij zeggen heeft al snel nieuwswaarde. Dat komt natuurlijk door hun kennis en relevantie.
Maar niet alle uitlatingen van RIVM-bestuurders of hoogleraren immunologie zijn automatisch nieuws. Want hoeveel namen kun je verder nog noemen? De kracht zit ook in de herhaling. Hoe meer ze opgevoerd worden als expert, hoe meer hun expertise op waarde wordt geschat. Unfair? Zeker. Maar het is wel hoe journalisten werken want ze zoeken betrouwbare personen die gezag gewonnen hebben bij het publiek. Ben je zelf expert maar word je zelden gebeld, aangehaald of geciteerd? Hou dan dus vol. Van Dissel, Kuipers en Koopmans hebben ook decennia in de luwte geopereerd.
Nieuwsdruk
Alles is relatief, zelfs het nieuws. Ook al kun je alle bovenstaande vragen positief beantwoorden - je wordt gezien als deskundige, je onderwerp speelt zich in de nabijheid af, je kunt concreet vertellen wat het nieuws is, het gaat velen aan, het is ongebruikelijk en vooral: het is nog niet eerder voorgevallen - dan nog kan het zijn dat journalisten niet aanslaan op je nieuws.
De reden kan daarvoor een praktische zijn: er is ander nieuws. De krantenkolommen zijn niet van elastiek, wordt dan op redacties gezegd en ook al biedt het internet eindeloos ruimte voor nieuwsberichten, redacties zijn niet bemand met eindeloos veel mensen die eindeloos veel tijd hebben. Journalistiek is dus selectie en op drukke nieuwsdagen wordt kleiner nieuws weggedrukt. Volgende keer beter. Alleen moet het dan nog niet achterhaald zijn.