Na een jaar uitstel door het coronavirus gaat het dit jaar toch echt gebeuren: de Olympische Spelen in Tokio. Het sportevenement dat slechts een keer in de vier jaar plaatsvindt. Afgelopen jaren waren veel ANP-journalisten en (freelance) fotografen aanwezig bij de Spelen. Zij blikken terug met hun verhalen over dit grote sportevenement.
Dit artikel is geschreven in juli 2020, voorzien van een update in juli 2021.
Peter van Leeuwen is sinds 1998 sportredacteur bij het ANP en was aanwezig bij vijf Olympische Spelen
“Geen Olympische Spelen dit jaar. Jammer, gemiste kans op nieuwe unieke ervaringen. Zoals in Athene, mijn eerste Spelen. Waar ik Leontien van Moorsel niet zag vallen in de wegrace omdat ik even ervoor mijn contactlens was verloren en hem, al kruipend over de vloer van de perszaal, niet kon vinden. Maar Leontien maakte het een paar dagen later goed op de tijdrit, zodat ik voor het eerst een Nederlandse sporter olympisch goud zag winnen. Zeker zo mooi was trouwens het zilver van Theo Bos op de baan. Theo die de aanwezige verslaggevers vroeg of dit nog wel genoeg was om de voorpagina van de kranten te halen.”
Van gouden plak naar gouden plak
“Marianne Vos was in 2008 in Peking de tweede gouden plak die ik live meemaakte. Op de piste won ze de puntenkoers. Memorabel was vooral hoe Vos in de wegrace ten onder ging aan de kou en regen, waar ze zich had voorbereid op de verwachte hitte. Vos won nog een keer goud in mijn bijzijn, in de stromende regen in de wegrace in Londen. Maar Londen, dat is vooral Epke Zonderland. "En hij staat", riep Hans van Zetten achter me. En wij tikten in het besef een historische prestatie te hebben meegemaakt.”
Cilya van der Kooy was 20 jaar sportredacteur en schrijft nu voor de binnenlandredactie
“Als sportredacteur heb ik drie Olympische Spelen meegemaakt: Sydney, Athene en Peking. Dat waren bijzondere momenten om bij te mogen zijn. Samen met een aantal collega’s ben je de gehele Spelen aanwezig. Je trekt veel met elkaar op en maakt veel lol. Dat is een ervaring die je nooit meer vergeet. Het is bijzonder om geweldige en vaak historische sportprestaties van zo dichtbij mee te mogen maken.”
Een ‘eigen’ sport
“Iedere journalist heeft tijdens zo’n reis een hoofdsport. Voor mij was dat in 2000 wielrennen, toen volgde ik voornamelijk Leontien van Moorsel. In 2004 en 2008 richtte ik mij vooral op het zwemmen.”
Gert Lammerink is meer dan 30 jaar sport- en eindredacteur bij het ANP en was vier keer aanwezig bij de Olympische Spelen
“Over de vraag of ik het jammer vind dat de Olympische Spelen van Tokio 2020 niet doorgaan - en ik daar dus niet naar toe ga (!) - heb ik eerlijk gezegd nooit nagedacht. Het ging niet door, daar waren we een paar dagen druk mee, en toen namen andere zaken ons in beslag. Eerlijk gezegd heb ik me er drukker over gemaakt dat de voetbalwedstrijden van mijn zoon niet doorgingen.”
Presteren onder druk
“Van de vier Olympische Spelen die ik wel heb meegemaakt schieten mij nu vooral de voorbereidingen van de Olympische Spelen in Athene (2004) te binnen. Joop Alberda, toenmalig technisch directeur NOS*NSF, nam zijn ‘jongens en meisjes’ mee naar een militaire vliegbasis en ziekenhuizen. Aangezien het Joop verstandig leek dat ook ik over meer inzichten zou gaan beschikken nodigde hij mij uit.
“Onze atleten bereiden zich 10 jaar voor op dat ene moment”, zei Joop. “Dan moeten ze, onder grote druk en vaak voor miljoenen tv-kijkers, soms in een paar seconden de prestatie van hun leven neerzetten. Dat valt niet mee. Daarom kunnen ze leren van gevechtspiloten en van artsen. Die moeten elke dag onder grote druk presteren. En bij hen gaat het elke dag om leven en dood. Zij hebben geen medaille te verliezen, maar een leven.”
Omgaan met teleurstellingen
“Het is niet alleen in coronatijd dat artsen en verplegend personeel op het randje van leven en dood werken. Dat heeft Joop onze atleten al in 2004 duidelijk gemaakt. Mede daarom misschien ligt er ook niemand te janken over het niet doorgaan van Tokio 2020. Teleurstellingen horen erbij en was het niet olympisch schaatskampioen Bart Veldkamp die zo mooi kon verwoorden wat de essentie van sport is? Sometimes you win, and sometimes you lose.”
Jaco Kaijen is chef Sport en was voor het eerst bij de Olympische Spelen in Rio
“Vanaf het strand van de Copacabana zie ik Ferry Weertman in het water richting de aantikplaat zwemmen. Links van me ligt een Braziliaans gezin te zonnen, rechts van me staat bondscoach Marcel Wouda te schreeuwen en te fluiten. Op het grote scherm zien we Weertman en de Griek Spiros Gianniotis zij aan zij richting de finish stormen na een race van 10 kilometer door het open water.
Het is 16 augustus 2016, op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro. De veiligheidsmaatregelen zijn gigantisch bij het grootste sportevenement ter wereld. Overal staan militairen en beveiligers. Ook als journalist moet je bij het betreden van iedere ‘venue’ eerst door een detectiepoortje. Alles is strikt en strak.”
Een drukke bedoening
“Maar op de Copacabana is alles anders. Hier sta ik gewoon op blote voeten tussen de zonaanbidders op een van de beroemdste stranden ter wereld. Pers, coaches, fans en strandgangers; alles loopt door elkaar. Iets verderop, in de golven van de Atlantische Oceaan, strijdt Weertman om eeuwige roem. We zien hem en Gianniotis vrijwel tegelijk aantikken. Op het grote scherm verschijnt een 1 voor de naam van de Griek, maar Wouda heeft iets anders gezien. ''Hij heeft 'm hoor, hij heeft 'm echt'', schreeuwt de coach van Weertman. Wouda blijkt gelijk te hebben. De tv-beelden wijzen uit dat Weertman net iets eerder aantikte. Hij, de vriend van Ranomi Kromowidjojo, is olympisch kampioen.”
Stukje sporthistorie voor je neus
“Kromowidjojo vliegt huilend van vreugde Wouda in de armen. De Braziliaanse strandgangers kijken een tikkeltje verbaasd toe. Ze dachten gewoon een dagje naar het strand te gaan, maar ze zijn zojuist getuige geweest van een stukje sporthistorie. En ik ook. Op de doorgaans zo strak georganiseerde Olympische Spelen was dit een moment waarin het puur draaide om de sport.”
Koen Suyk is fotograaf en was zeven keer aanwezig bij de Olympische Spelen en een keer bij de Paralympische Spelen.
"De Olympische Spelen heb ik acht keer mogen meemaken. Waarvan zes keer de zomerspelen, een keer de winterspelen en een keer Paralymische Spelen. De allereerste keer fotograferen tijdens de Spelen was in 1984. Dit waren de winterspelen in Sarajevo, waar in de buitenlucht geschaatst werd. Later, tijdens de oorlog, was ik er weer en was deze ijsbaan omgetoverd tot een begraafplaats. Dat was erg bizar."
Vreugde en verdriet
"Tijdens de zomerspelen fotografeerden we voor het ANP alle sporten met Nederlandse deelname. Te gek om te doen, maar ook slopend. Ik heb toen veel vreugde en verdriet bij de sporters gezien. Zo heb ik het olympisch goud van de volleyballers in Atlanta meegemaakt, goud voor de roeiers Florijn en Rienks en heel wat prestaties van de Nederlanders hockeyers; deze fotografeerde ik bijna altijd.
Tijdens de Spelen in Londen en Rio fotografeerde ik alleen de sport hockey. Dat deed ik voor het ANP en de KNHB. Dat was leuk, maar je hebt meer het gevoel dat je bij een hockeytoernooi bent in plaats van de Olympische Spelen. Ook het fotograferen van de Paralympische Spelen was een bijzondere ervaring. Het zijn andere sporten en er is een stuk minder publiek."
Een ongelukje met goede afloop
"Tijdens de Olympische Spelen in 1992 (Barcelona) ging ik twee dagen voor het begin van de Spelen samen met Jaap Klokkemeijer (verslaggever sport) naar de wielerbaan om foto's te maken van de training van de ploegenachtervolging. Ik sta op dat moment met veel moeite op de rand van de tribune en valt er een dikke viltstif uit de borstzak van mijn overhemd zo op de baan. De stift rolt tergend langzaam naar benenden en mist op 10 cm na het voorste wiel van de Nederlandse wielerploeg. Dit had heel anders kunnen aflopen. De wielrenners moesten er om lachen en kwamen de stift terugbrengen. Het had zomaar kunnen gebeuren dat de wielrenners met z'n allen onderuit waren gegaan, wat natuurlijk ook een mooie foto zou hebben opgeleverd..."
Pim Ras is sportfotograaf en was negen keer aanwezig bij de Spelen
“Met de Olympische Spelen heb je als sportfotograaf een haat-liefde verhouding. Het is het mooiste sportevenement vanwege de diversiteit aan sporten die je fotografeert. De dag starten om 6 uur ‘s ochtends bij het open water zwemmen, dan naar de hockeydames vervolgens je beelden afwerken en dan snel naar het volgende stadion. ‘s Avonds nog de 200 meter van Dafne Schippers en bij een huldiging pik je ook nog even het Holland Heineken House mee. Het zijn lange dagen. Maar als je dan ergens bent waar een iconische medaille valt en je hebt een prachtige foto, dan weet je dat je de olympische geschiedenis hebt vastgelegd."
Een iconisch beeld
"De missie die ik mezelf altijd meegeef als ik naar zo’n groot sportevenement ga, is dat ik met twee of drie foto’s thuis wil komen die de mensen over tien jaar nog kennen; Marianne Vos met kippenvel over de finish in Londen in de zeikregen, Epke Zonderland die staat na zijn sprong en goud pakt op de rekstok, maar ook Dafne Schippers die een minuut lang op de grond blijft liggen vol ongeloof over de verloren gouden medaille op de 200 meter. Het zijn de momenten die op ieder sportliefhebber zijn netvlies staan gebrand. En dan is het aan ons - als sportfotografen - de taak om dit soort momenten vast te leggen."
Een beetje geluk
“En dat maakt het fotograferen van de Spelen ook zo mooi. Je kan soms faliekant op de verkeerde plek staan. Dit gebeurde in Rio, waar bijna alle Nederlandse fotografen urenlang in de perskamer aan het wachten waren op de gouden race van zeilster Marit Bouwmeester die vanwege het weer werd uitgesteld. Terwijl op dat moment misschien wel de mooiste en meest onverwachte gouden medaille viel: turnster Sanne Wevers won goud op de balk. Op dat moment kan je als fotograaf wel door de grond zakken.
Het is een voorrecht dat ik als fotograaf al negen keer mocht proeven van het grootste sportevenement ter wereld. De krant en de website van AD Sportwereld blijven prachtige podia voor de foto’s van de Olympische Spelen, maar dit zijn vluchtige media. Door de foto’s in de beeldbank van ANP-Hollandse Hoogte te plaatsen krijgen ze een blijvende plek in de beeldgeschiedenis en kunnen ze te allen tijde gebruikt worden door de media om terug te blikken op gouden prestaties van de Nederlandse olympiërs. Nu hopen dat ik in 2021 naar mijn tiende Spelen in Tokio kan om daar weer samen met collega's te knallen.”
Olaf Kraak is fotograaf en was zes keer aanwezig bij de Olympische Spelen
“Zes keer ben ik aanwezig geweest bij de Olympische Spelen, waarvan twee keer de winterspelen en vier keer de zomerspelen. Mijn eerste keer Olympische Spelen was in 2004 in Athene. Het is bijzonder om als fotograaf bij dit grote sportevenement aanwezig te zijn. Er mogen tien tot vijftien Nederlandse fotografen mee en als jij daar dan voor gevraagd wordt voelt dat heel speciaal; je voelt je uitverkoren.”
Op een haar na geen medaille
“Dafne Schippers die tijdens de Spelen in 2016 misgrijpt naar de gouden medaille op de 200 meter, handboogschutter Sjef van den Berg die op een haar na de bronzen medaille mist; dat zijn sportmomenten die je niet snel vergeet. Ook de huldigingen in het Holland Heineken House zijn indrukwekkend en blijf je onthouden.”
Een foto zonder afleiding
“De Olympische Spelen is een sportevenement zonder reclame. Dit zorgt ervoor dat de foto’s die je maakt een stuk rustiger én daardoor mooier zijn. Je hebt geen afleiding van schreeuwende logo’s of andere aandachttrekkende objecten. Het enige zichtbare zijn de olympische ringen en dat maakt het fotograferen nog leuker.”
"Ook voor fotografen en journalisten zijn de Olympische Spelen topsport. Dagen van 14 tot 15 uur zijn meer regel dan uitzondering."
"Ook voor fotografen en journalisten zijn de Olympische Spelen topsport. Dagen van 14 tot 15 uur zijn meer regel dan uitzondering."
— Karin Hollaar
Karin Hollaar is chef fotoredactie en was aanwezig bij drie Olympische Spelen
“Als producer was ik aanwezig bij de zomerspelen in Londen (2012) en Rio (2016) en bij de winterspelen in Sotsji (2014). Als producer zorgde ik ervoor dat de events waar Nederlandse sporters aan deelnamen door onze fotografen werden gecoverd. Vooral bij de zomerspelen is dat een enorm gepuzzel; er zijn veel verschillende sporten met overlappende programma’s. Daarnaast is het verloop van de sportdag niet altijd duidelijk. Een judoka kan in twee minuten klaar zijn, maar het wedstrijdprogramma kan ook de hele dag duren.
De afstanden tussen de verschillende locaties moet je niet onderschatten. Die zijn soms enorm. Ik heb weleens buiten de turnhal de grote tassen van fotografen Robin Utrecht en Klaas-Jan van der Weij aangepakt zodat zij snel uit bus konden springen en de gouden finale van Sanne Wevers nog konden halen. Om die reden is ons contact met NOC*NSF belangrijk. Zij geven aan wie wanneer gehuldigd wordt. De goede relatie komt ook van pas bij nieuws, bijvoorbeeld bij het wegsturen van turner Yuri van Gelder bij de Spelen in Rio.”
Ook topsport voor journalisten
“De Spelen duren twee weken, de pers is de week voor de start van de Spelen al aanwezig. Dat zijn heftige en slopende weken. Ook voor fotografen en journalisten zijn de Olympische Spelen topsport. Dagen van 14 tot 15 uur zijn meer regel dan uitzondering.”
Een weergaloos sportmoment
“Olympische momenten die mij zijn bijgebleven zijn Epke Zonderland die staat én goud wint (alle Nederlandse pers op de perstribune stonden te klappen) en de 100 meter van Usain Bolt. Samen met collega Thijs Smeenk stonden we als supporters te wachten op een sportmoment van slechts 10 seconden. Dat was weergaloos.”