Freek Staps is per september de nieuwe hoofdredacteur van het ANP. Hij is 43, woont in Rotterdam maar blijft geïntrigeerd door zijn voormalige plek New York en werkte het grootste deel van zijn loopbaan bij NRC Handelsblad. Een paar vragen aan onze nieuwe hoofdredacteur.
Wat ga je de eerste week bij het ANP doen?
“De eerste weken wil ik met name twee dingen doen: collega’s binnen het ANP leren kennen en van klanten horen hoe we ze het beste van dienst kunnen zijn.
Eerst intern: ik ga iedereen van de redactie uitnodigen om in kleine groepjes met mij een hapje te eten, om te horen hoe ze het bij het ANP vinden. Ik kom van buiten, dus dan moet ik ook goed mijn best doen om mensen uit te leggen wie ik ben, wat ik wil en belangrijker nog: te horen van mensen wat zij willen.
Ik ga natuurlijk ook met chefs en hun redacties zitten, en, waar ik misschien nog wel het meeste zin in heb: ik schuif aan bij redacteuren, eindredacteuren, agendamakers en wie het maar wil om mee te helpen en zo snel mogelijk te leren hoe het ANP werkt.
Daarnaast wil ik meteen afspraken maken met klanten. Zij zijn het bestaansrecht van het ANP. Niet alleen met hoofdredacteuren en de mensen die over de contracten gaan, maar ook met mensen die op de redacties zitten. Nieuwsredacteuren, chefs, portefeuillehouders.
Goed om zo een beter beeld te krijgen van hoe mensen het ANP gebruiken. Hierbij dan ook de uitnodiging aan alle ANP-gebruikers: we horen graag wat jullie denken van de berichtgeving, van de nieuwsvoorziening, van de accuratesse en, boven alles, van de betrouwbaarheid. Mail me op freek.staps@anp.nl, we gaan het gesprek graag aan.”
Wat is volgens jou de kracht van het ANP?
“Dat het snel, volledig, en betrouwbaar is. Het ANP is er áltijd en er is geen enkel journalistiek medium dat overal bij kan zijn. Nederlandse nieuwsjournalistiek zonder het ANP kun je je daarom bijna niet voorstellen.
Het ANP slaat zichzelf liever niet op de borst maar het vormt onmiskenbaar een basis voor het dagelijkse werk van veel redacties, van kranten, van tv-programma’s, van websites.
Het ANP is geen consumentenmerk, al kent een groot deel van Nederland het ANP wel. Het ANP bestaat bijna 85 jaar en heeft in die tijd geholpen aan het volwassen worden van de Nederlandse journalistiek. Het heeft geholpen dat er tv-programma’s zijn, dat er elk uur nieuws is op de radio, dat er websites zijn die non-stop nieuws kunnen brengen. Dat er duizenden foto’s per dag zijn waar media zelf uit kunnen kiezen, zodat ze zich op die manier kunnen onderscheiden van elkaar.
Het ANP is er ten gunste van anderen.Het is daarmee van het grootste belang te luisteren wat zij willen, en dan het nieuws zo snel en betrouwbaar mogelijk te leveren.”
"Het ANP is er áltijd en er is geen enkel journalistiek medium dat overal bij kan zijn."
"Het ANP is er áltijd en er is geen enkel journalistiek medium dat overal bij kan zijn."
— Freek Staps
Hoe verandert het Nederlandse medialandschap de komende jaren?
“Allereerst dit: wie het écht weet mag het zeggen. We zijn de afgelopen jaren al zoveel verrast: door podcasts, door de rol van social media, door kranten die multimediale nieuwsbedrijven werden, door multimediale nieuwsbedrijven die achtergronden gingen brengen.
Wat we in ieder geval zien is dit: media onderscheiden zich niet langer door het distributiekanaal dat ze gebruiken. Nieuws en verhalen kunnen op allerlei manieren verteld en verspreid worden.
Hoe onderscheiden ze zich dan toch? Op nieuwskeuze. Op de inhoud. Dat betekent dat ze hun mensen op de onderscheidende journalistiek zetten. Om een basis van nieuws te verzorgen, om dat fundament te helpen leggen, kan een betrouwbaar ANP van dienst zijn.”
Wat leerde je eerder en denk je nu goed te kunnen gebruiken?
“Ik hoop dat het nuttig is om op deze plek te zitten en iets van de Nederlandse journalistiek te kennen: de mensen, de systemen, de innovaties.
Om een voorbeeld te geven van dat laatste: op Harvard heb ik onderzocht hoe nieuwsredacties proberen te vernieuwen. Het is complex voor een krant die 200 jaar lang papier heeft gemaakt opeens te zeggen ‘en nu alles online.’ Dat lijkt heel logisch, want de lezers zijn daar al lang, de markt is al veranderd, maar de krant nog niet.
Het ANP is er ten gunste van anderen. Het is daarmee van het grootste belang te luisteren wat zij willen, en dan het nieuws zo snel en betrouwbaar mogelijk te leveren.
Ik hoop ook inzicht mee te brengen waarom de klanten bepaald nieuws nodig hebben op een moment van de dag, want ik vind het informatief om leescijfers te zien als aanvulling op de kwaliteitseisen die we aan journalistiek stellen.
Ik snap ook hoe buitenlandse persbureaus je soms door de nacht heen kunnen helpen. Dit soort kennis is nuttig voor het ANP maar vooral voor de klanten, die daardoor gewoon een gesprek kunnen voeren met een persbureau over wat ze concreet nodig hebben.”
"Het organiserend vermogen van het ANP is gigantisch."
"Het organiserend vermogen van het ANP is gigantisch."
— Freek Staps
Wat maakt jou een goede hoofdredacteur?
“Haha, wat een vraag! Dat is aan anderen om te beoordelen lijkt me. Dus vraag het ze zeker, over een jaar bijvoorbeeld.”
Wat kun je bij het ANP nog leren?
“Ontzettend veel, dat kan ook niet anders met een nieuwsorganisatie van 130 vakmensen met elk hun eigen expertise. Concreet ben ik bijvoorbeeld erg benieuwd naar de agenda.
Het ANP maakt met negen mensen elke dag de agenda van alles dat er gebeurt. Dat is dé agenda waarop de Nederlandse journalistiek drijft en op basis waarvan er keuzes worden gemaakt op talloze nieuwsredacties. Daar wil ik van alles van weten natuurlijk. Ook het samenspel tussen beeld, audio en tekst is ontzettend interessant: hoe sluiten die op elkaar aan?
Het organiserend vermogen van het ANP is gigantisch. Dat moet wel, want daar bouwen anderen op. Er is bijvoorbeeld een aardbeving midden in de nacht in Groningen en binnen minuten is er een persalarm van het ANP. Dat gaat niet vanzelf, daaraan ligt een nieuwsorganisatie ten grondslag waar je alleen maar met respect naar kunt kijken.
Ik weet zeker dat ik van elk van die mensen iets nuttigs kan leren.”
Wat doe je in je vrije tijd het liefst?
“Behalve dan dat ik een news junkie ben en me gek lees? Een week zit dan zo vol.
In het weekend vind ik het lekker om tijd door te brengen met mijn gezin en halve marathons te lopen. Een paar uur tussen Rotterdam, Delft en Den Haag rennen, prachtig. Door groen, de stad, samen met andere mensen of alleen. Ik kom met 1.000 ideeën terug en ik luister tijdens het lopen graag naar podcasts. Ik doe dan iets waarvoor de lange adem nodig is en doordeweeks is het leven snel en vluchtig. En soms is het ook gewoon veel korter hoor, een half uurtje weg is ook al ontspannend.
Mijn interesse voor de VS is, zoals bij veel Nederlanders, aanzienlijk en elk jaar maak ik met twee vrienden een reis door de Deep South. Van Texas tot Tennessee, van New Orleans tot Nashville. Drie kerels in een auto: eentje is restaurantrecensent (voor de onverwachte plekjes), een houdt heel erg van countrymuziek (voor de live-muziek) en mijn taak is dan de pick-up-truck te besturen (iemand moet het doen).
Het zuiden is zo rauw en hard, de mensen vaak geweldig: dan vraagt iemand je na een dag door de velden of heuvels rijden of je wil komen eten. Je weet niet of hij je zijn wapenverzameling wil laten zien of het gewoon gezellig vindt. Maar beide opties zijn een goed gesprek waard.”
Meer over Freek Staps
Freek werkte bij NRC Handelsblad als correspondent in New York, chef of plaatsvervangend chef van redacties Politiek & Bestuur, Economie, NRC Q en Online. Daarnaast is hij docent van de Masteropleiding Journalistiek aan de UvA en mede-oprichter van content- en strategiebureau The Story Network, dat zonder hem verdergaat. Tot slot is hij bestuurslid van het Stimuleringsfonds voor Journalistiek en deed hij als Visiting Fellow onderzoek aan Harvard naar de innovatie op nieuwsredacties.
Freek woont samen met zijn vriendin, vormgeefster bij NRC, en hun twee kinderen van elf en negen.